OVer 'World's smallest cycling museum'
Zoals het bij veel andere jongetjes gebeurde tilde mijn vader me enthousiast op mijn eerste racefiets toen ik zo’n 10 jaar oud was. Niet een spectaculair jong ding zoals de anderen uit de straat hadden, maar een oude stalen dame waarvan je niet met zekerheid kon zeggen of hij ooit bruin of rood was. ‘Germi’ stond er op. Een merk dat door de jongetjes in de buurt nog nooit genoemd was en dus waarschijnlijk niet echt indruk zou gaan wekken. Dat gevoel werd groter toen mijn vader vertelde dat die naam van framebouwer Gerrit en zijn vrouw Mien afkomstig was. “Da’s gene Colnago” is alles wat ik toen kon bedenken.
We hebben het hier over de tijd dat Mario Cipollini met een plaatje van Pamela Anderson op zijn stuurpen rondreed in een zebraprint wielertenue. Om mijn aanzien in de buurt toch wat te vergroten besloot ik om exact datzelfde tenue ook aan te schaffen in een lokaal sportzaakje. Als 11-jarig bleekscheterig pubertje uit Nieuwegein zie je er natuurlijk niet zo uit als de Italiaanse god Cipollini met kolossale dijen en gestroomlijnde kuiten, maar dat gevoel kreeg ik wel. Omdat één wielertruitje toch wat gaat stinken in de loop der tijd gaf mijn oom me er een extra. Manzana Postobon stond erop, een voor mij onbekend Colombiaans producent van mierzoete frisdrank, waar je tanden na twee slokjes van uit je mond vallen. Een fascinatie voor spraakmakende wielertruitjes was geboren.
In dezelfde periode keek ik in november al uit naar de zomervakantie, niet per sé om buiten te spelen maar omdat wielerkenner Jean Nelissen iedere avond op de televisie onder het genot van een smeulende sigaar en lekkere neut stoutmoedige verhalen vertelde. Achter elk renner een verhaal vol heroïek, tragiek en smeulende details. Als Jean sprak stond de tijd even stil. Graag neem ik jullie met World’s Smallest Cycling Museum mee naar een periode waarin de tijd wat langzamer tikt dan vandaag de dag. Een ander ritme van leven en een soms naïeve kijk op de wereld. Een tijd die spreekt en in de harten van veel mensen nog altijd vol in leven is.
Over World's Smallest Cycling Museum
Nederland telt op geheime zolderkamers en verborgen kelders vele wieler-verzamelingen. De één gespecialiseerd in gebruikte etenszakjes, de ander expert op het gebied van hardrijder Roy Schuiten. Samen vormen de kleine zolder-musea een onschatbare waarde voor de mondiale wielerhistorie. Ik ben gefascineerd door deze (vaak oude) verzamelaars, hun avonturen en aanhoudende zoektochten. Op gepaste afstand draag ik mijn steentje bij met World’s Smallest Cycling Museum; het aller-aller-aller-kleinste wielermuseum op aarde. Wars van ambities of grootheidswaan. Met het museum brengen we bijeen wat vergeten, verguisd of bijna vergaan is. We gaan in gesprek met oud-renners, zoeken het verhaal achter een opmerkelijke koerstrui en richten de spotlights op memorabele passages uit het wielerverleden.
Gordon Tiemstra
Directeur, Conservator, Klusjesman, Onderzoeker, Suppoost en Bewaker